Aanmaken van een elektronisch betalingsbestand
Als u kiest om de aangemaakte betalingsopdrachten via een bestand door te geven aan de bank, ga dan als volgt te werk:
- Klik op
. U krijgt het volgend dialoogvenster:
- Bij “Opdrachtgever” worden de naam en het adres van de notaris opgehaald uit de licentiefiche. De banken hebben in de lay-out van hun bestanden maar 26 posities voorzien voor de naam van de opdrachtgever. U kunt de naam, en eventueel ook de adresgegevens aanpassen. Deze aanpassingen worden lokaal per werkpost bewaard en bij het aanmaken van een volgend bestand worden deze terug voorgesteld.
- Bij “Bestand” wordt de locatie en de bestandsnaam voorgesteld. Stel de locatie in op T:\Isabel via de knop “Bladeren”. Nadien wordt dezelfde locatie automatisch voorgesteld. De instelling van de locatie wordt lokaal per werkpost bewaard. De bestandsnaam wordt automatisch aangemaakt. Deze bestaat uit de code van het dagboek en het lijstnummer van de banklijst.
- Klik op “Voltooi” om het bestand aan te maken. U krijgt een melding: “Het bestand T:\Isabel\bestandsnaam is klaar voor verwerking door de bank”.
- Het aangemaakte bestand kunt u importeren in het betaalprogramma Isabel of KBC Online for Business. De status in de hoofding van de banklijst wordt nu verzet van “Creatie” naar “In bestand”.
- Bij “Bestandsformaat” duidt u éénmalig aan welk formaat u wenst te gebruiken. Isabel 6 werkt met xml-bestanden. Bij gebruik van CODA kiest u altijd de bovenste lijn.
Merk op dat het elektronisch betalingsbestand enkel kan worden geïmporteerd in het betaalprogramma Isabel of KBC Online for Business.
Bij het aanmaken van het bestand wordt gecontroleerd of de bankrekeningen en de bedragen kloppen. Is dit niet het geval dan krijg je bv. onderstaande melding, en wordt het bestand niet aangemaakt. U dient eerst de nodige correcties aan te brengen.
Ook bij het opmaken van een elektronisch betalingsbestand is de optie “Betalingen voor eenzelfde begunstigde groeperen” aanwezig. (zie Afdruk van de controlelijst).
