Bankuittreksels worden per uittreksel geboekt in een financieel dagboek. Voor elke bankrekening waarvoor u bankuittreksels ontvangt, moet er een financieel dagboek bestaan. De bankboekstukken worden op de datum van het bankuittreksel geboekt en hebben per uittreksel een begin- en eindstand.
Vanaf versie 18 van ActaLibra is er ook een geïntegreerde CODA-module beschikbaar. Hiermee kunt u CODA-bestanden van uw bank(en) automatisch laten omzetten naar de overeenkomstige boekingen in de verschillende bank-dagboeken. Een aparte handleiding voor de CODA-module vind je hier.
Een bankboekstuk kan volgende boekingen bevatten:
- Boekingen op cliënten (en dossiers)
- Overboekingen naar rubrieken
- Boekingen op leveranciers
- Afpuntingen van te ontvangen erelonen
- Afpuntingen van aankoopfacturen
- Afpuntingen van te betalen erelonen
- Boekingen op algemene rekeningen
- Afpuntingen van cheques
- Afpuntingen van banklijsten
Ontvangsten worden positief ingevoerd, terwijl uitgaven voorafgegaan worden door een min-teken. Dit betekent dat positieve bedragen (ontvangsten) credit-boekingen zijn en negatieve bedragen (uitgaven) debet-boekingen zijn. Deze regel is van toepassing op alle financiële dagboeken.